Het kabinet heeft 27 september gekozen als ingangsdatum voor het UBO-register. Dan zijn ondernemingen, stichtingen en verenigingen verplicht om de uiteindelijk belanghebbenden in te schrijven. Organisaties die ingeschreven staan in het Handelsregister hebben vanaf dat moment anderhalf jaar om een UBO te registreren. Van nieuwe stichtingen wordt bij oprichting gevraagd een UBO te registreren.
‘Psuedo-UBO’
Non-profit stichtingen en verenigingen zijn geacht hun statutaire bestuur in te schrijven, aangezien er geen uiteindelijk belanghebbende personen zijn bij ANBI’s. Dit wordt ook wel de ‘pseudo-UBO’ genoemd. Omdat er geen onderscheid te maken valt tussen verschillende bestuurders, worden alle bestuursleden ingeschreven.
Een deel van de data in het register is tegen een kleine vergoeding in te zien, zoals bij data in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel ook het geval is. Het gaat om voornaam, achternaam, geboortemaand en -jaar, nationaliteit, woonstaat en aard en omvang van de UBO. Gegevens zoals BSN-nummers, geboortedag en -plaats, woonadres, identiteitsbewijs zijn afgeschermd zodat alleen bevoegde autoriteiten en de Financiële Inlichtingen Eenheid die kunnen zien. Ook zal zoeken op naam van de UBO niet mogelijk zijn: men kan alleen op ondernemingen of rechtspersonen zoeken. Het register voldoet aan de AVG-privacywetgeving.
Europees verzoek
Het register komt er op Europees verzoek en moet fraudeurs die zich verschuilen achter gecompliceerde constructies ontmaskeren. Ondernemingen en organisaties zijn er zelf voor verantwoordelijk om een UBO in te schrijven en actueel te houden.
Gerelateerde berichten
-
30 juni 2020
Plan UBO-register door Eerste Kamer mét aanpassing voor ANBI’s
Lees meer over "Plan UBO-register door Eerste Kamer mét aanpassing voor ANBI’s"