Lid worden van Vf? Meld je nu aan
Berichten over Vf 17-2
-
Filantropie en fondsenwerving in cijfers
Goede fondsenwerving is gebaseerd op feiten. Cijfers geven een indicatie of de organisatie zich goed presenteert aan zijn donateurs en subsidiegevers. Zulke indicaties geven ook richting aan de emoties waarmee de werving moet worden gevoed. Het succes van een huis-aan-huiscollecte begint met de emotie die vrijwilligers ertoe brengt om langs de deuren te gaan. Oude donateurs willen de verbeteringen, die zij in de wereld aanbrachten, nalaten aan hun nageslacht. Cijfers geven aan of er onder de donateurs veel ouderen zijn. Jonge donateurs willen de wereld veranderen die zij erfden. Zij gebruiken heel andere communicatiemiddelen dan hun grootouders. Je slaat de plank mis als je voor alle doelgroepen dezelfde middelen en emoties gebruikt. Die emoties kom je op het spoor met de feiten. Met feiten en cijfers ontdek je de waarheid waarmee je beoordeelt of alle inspanningen rechtvaardig en rechtmatig zijn. Heb je op een eerlijke manier gedaan wat je als organisatie had moeten doen? Het is een balanskunst om dat in beeld te krijgen. Maar het kan, met de cijfers van de jaarrekeningen.
-
Vermogensfondsen: een groep apart
De ontwikkelingen in de filantropie, zoals de nieuwe regelgeving waaraan gewerkt wordt, gaan niet voorbij aan de vermogenfondsen. We vroegen Boudewijn de Blij, directeur van Fonds1818, om commentaar.
-
De VU en het busje
Als je, zoals ik, opgegroeid bent in voornamelijk de jaren zestig van de vorige eeuw in een Goed Gereformeerd Gezin (op zondag twee keer naar de kerk en vele malen per dag uit de bijbel voorlezen) dan is het VU-busje een bekend fenomeen. Volgens sommigen is het zelfs een van de grote Nederlandse marketingsuccessen van de vorige eeuw. Het VU-busje stond bij ons, als teken van de zuil waar wij bij hoorden, op de schoorsteenmantel. Er stond er ook een op de schoorsteenmantel bij tante Maja en natuurlijk ook bij de beide opa’s en oma’s en bij oom Jan. Niet bij tante Riek, maar ja, dat was ook een beetje een vrijdenker van wie wel beweerd werd dat ze soms op zondag maar een keer naar de kerk ging.
-
Lokale fondsenwerving: het topje van de ijsberg
Vaak lijkt het bij de fondsenwerving, ook in het Vakblad, te gaan om de landelijk wervende instellingen, meestal de traditionele goede doelen. Maar hoewel er niet systematisch gegevens worden bijgehouden, geldt zeker dat het overgrote deel van lokale giften en sponsorbijdragen geworven wordt door en voor kleinschalige, lokale organisaties en doelen. We kunnen rustig stellen dat lokale instellingen in de achter ons liggende jaren zich meer en meer ontwikkelden tot fondsenwervers van formaat. Dat heeft het beeld van de fondsenwervingssector ingrijpend veranderd.
-
Terugkijken is prima, maar we gaan wel verder
Wat zeker duidelijk is geworden bij het maken van dit jubileumnummer, is dat in de achter ons liggende periode het vak fondsenwerving ingrijpend is veranderd. Zo ingrijpend dat de filantropische sector zich diepgaand moet bezinnen op de toekomst. Willen fondsenwervende instellingen succesvol blijven, dan is er meer inzet nodig, maar ook meer inventiviteit en innovatie. Daarnaast moet er meer geïnvesteerd worden in opleidingen en trainingen. En het besef moet doordringen dat fondsenwerving en doelstellingsrealisatie als een geheel moeten worden gezien. De professionele eisen waaraan fondsenwervers moeten voldoen, zijn enorm toegenomen. En dat stopt niet. Ook, of misschien wel juist, in de directie- en bestuurskamers moet het beeld van de veranderende omstandigheden doorklinken.
-
Vrijwilligerswerk: van oubollig maar goed, naar modern met een luchtje
In het voorgaande artikel hebben we een schets gegeven van de ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk in de afgelopen jaren. We vroegen oud NOV-voorzitter en adviseur van de Goede Doelen Loterijen Marius Ernsting onze lezers te laten weten hoe hij aankijkt tegen de huidige situatie.
-
De toekomst van het Mecenaat in Europa
In de cultuursector hebben de ontwikkelingen van de afgelopen jaren duidelijk gemaakt dat de zoektocht naar extra middelen, zoals bijdragen van grote gevers, onontkoombaar is.
-
Geven is nog nooit zo makkelijk geweest
Als er een gebied is waar we de afgelopen, pak weg, tien jaar ingrijpende veranderingen hebben gezien,
is dat het betalingsverkeer. De invoering van de Single Euro Payments Area (SEPA) had ingrijpende gevolgen voor de inrichting van de betaalprocessen en bijbehorende administratie van de goede doelen. Nu we verder zijn in die ontwikkeling doen er zich interessante nieuwe kansen voor. Maar om daarvan te profiteren is wel een omschakeling in het denken nodig bij de meeste fondsenwervers. -
De wetgeving heeft de particuliere fondsenwerving veranderd
De directeur van het Engelse Bel-me-niet Register TPS (Telephone Preference Service) zei in 2007, toen ook hier een dergelijk register werd aangekondigd, het volgende: “Pas op dat goede doelen geen uitzonderingspositie krijgen bij het Bel-me-niet Register! Zij zijn grootgebruikers van het telemarketingkanaal. Zij veroorzaken net zo veel irritatie als commerciële organisaties. Als zij een uitzondering worden, betekent dat het einde van het kanaal. Dan wordt ongevraagd bellen verboden op langere termijn, omdat de irritatie dan namelijk niet zal verminderen.” In Nederland is die uitzondering er, zoals de overheid wilde, ook niet gekomen, met grote verschuivingen in het particuliere fondsenwervingslandschap als gevolg.
-
Fondsenwervende evenementen doen het goed
In 1998, toen het Vakblad Fondsenwerving zijn eerste editie publiceerde, was evenementenfondsenwerving nog nieuw in Nederland. Er was maar een handjevol evenementen voor non-profits. Het was het jaar waarin de Roparun haar eerste lustrum vierde en de Ride for the Roses de eerste editie organiseerde. Inmiddels trekken deze evenementen jaarlijks duizenden deelnemers en halen ze miljoenen euro’s op voor de goede doelen.