Auteur Stijn Bruers is een kritische wereldverbeteraar wars van onbetrouwbare opvattingen, die zich te allen tijde laat leiden door bewezen wetenschappelijke inzichten. Hij beschouwt zichzelf als een milieuactivist, dierenrechtenactivist, antiracist, antiseksist en ga zo maar door. Hij is o.a. voorzitter en medeoprichter van Effectief Altruïsme België.
In zijn boek over dertig valkuilen voor de wereldverbeteraar laat Bruers de lezer de achterkant van het gelijk zien van veel zogenoemde goed bedoelde strategieën, acties of onnodige maatregelen op het gebied van milieu en duurzaamheid, dierenwelzijn, sociale rechtvaardigheid, gezondheid, veiligheid en fondsenwerving. Veel interessante thema’s met al hun halve waarheden, tegenstellingen, stellingnamen die niet of onvoldoende onderbouwd zijn door wetenschappelijke inzichten volgens de auteur, passeren de revue.
Zo komen in het hoofdstuk milieu en duurzaamheid onder andere interessante thema’s als biologisch voedsel, genetische manipulatie en voedselverspilling met al hun vooroordelen ter sprake. Zijn belangrijkste boodschap voor wereldverbeteraars is: durf van mening te veranderen en probeer je identiteit vloeibaar te houden door je niet vast te bijten in je overtuigingen als deze helemaal niet waarheidsgetrouw blijken te zijn. Zo zijn de milieubeweging en groene politieke partijen sterk gekant tegen het gebruik van genetisch gemodificeerde gewassen (ggo’s) in de landbouw. Bruers’ boodschap is: stop toch met die acties tegen ggo’s. Want de wetenschappelijke eensgezindheid is dat er geen aanwijzingen zijn dat ggo’s ongezonder zijn dan conventionele gewassen.
Ook fondsenwerving voor een goed doel komt aan bod. Volgens de auteur kan fondsenwerving soms meer kwaad dan goed doen en hij illustreert dat met een paar voorbeelden. Zo kan een fonds of een goed doel veel minder effectief en ook minder kosteneffectief zijn dan aanvankelijk gedacht. Volgens Bruers is een kleine minderheid van goede doelen megadoeltreffend, terwijl de meerderheid minder impact heeft. Bruers onderscheidt drie soorten goede doelen: (i) veelzijdige organisaties (o.a. WWF, Greenpeace), (ii) single-issue-organisaties met minder impact (o.a. lokale milieuorganisaties), (iii) zeer effectieve single issue-organisaties (hij geeft enkele Belgische voorbeelden; zij specialiseren zich in activiteiten die zowel effectiever als kosteneffectiever zijn dan het gemiddelde). Wanneer er lichte aanwijzingen zijn dat een goed doel niet alleen minder effectief, maar ook minder kosteneffectief is dan het gemiddelde, werf er dan geen fondsen voor, is zijn boute bewering.
Ten slotte: Bruers’ scherpe argumentaties dagen de lezer zeker uit. Die hoeft het er niet altijd mee eens te zijn, maar het kan wel de geest scherpen. Het hogere doel van zijn publicatie is om enigszins de irrationaliteit te overwinnen, de wereldverbeteraar aan te spreken en deze effectiever te maken in het verbeteren van de wereld. Daar is de auteur zeker in geslaagd.