Toen ik Jaap ontmoette in de donkere dagen tussen kerst en oudjaar 2018, was ik nog niet begonnen bij het Vakblad. Ik stond na een maandenlange zoektocht op het punt aangenomen te worden voor mijn eerste ‘echte’ baan, dus toen Jaap mij van het station haalde voor het laatste selectiegesprek, was ik best nerveus. Als ik nu aan die kennismaking in dat cafeetje in Abcoude terugdenk, vind ik het bijna bizar dat ik toen zo nerveus was. Na dat gesprek van twee uur zou ik zijn karakter net zo goed hebben kunnen schetsen als nu, bijna anderhalf jaar later; no-nonsense, eerlijk, goedlachs, vriendelijk en niet bang om te zeggen waar hij voor stond. Zo zullen veel mensen hem hebben gekend.
Jaap zat bomvol goede ideeën die we, ook samen met het redactieteam, konden gaan realiseren. En hij was zeker van zijn zaak, want de stap om het team uit te bereiden getuigde van groot vertrouwen in de toekomst van het blad en in mij. Gezien mijn journalistieke onervarenheid was ik daarvan enorm onder de indruk, terwijl zijn ambitie geen moment intimiderend was.
Met het Vakblad combineerde Jaap de twee dingen waar hij zo van hield; fondsenwerving en de journalistiek. Hij was altijd op zoek naar de balans in het blad en vond het essentieel dat de vaktechnische ontwikkelingen en slepende dossiers ruim de aandacht kregen. Dat ging vrijwel altijd gepaard met een paar stukken van eigen hand. Iedere redactievergadering mompelde Jaap iets als ‘ik ga voor het komende blad minder schrijven’, maar dan begon er toch weer iets te kriebelen en stond er ineens een analyse over het één of een interview over het ander op papier.
Jaap wist als hoofdredacteur als geen ander waar de fondsenwervende sector behoefte aan had en daarmee hoe de nieuwsagenda eruitzag. Hij agendeerde samen met zijn collega’s uit de sector onderwerpen over de relatie tussen filantropie en politiek, het geefklimaat en de impact van filantropische initiatieven. Hij schreef daarmee de artikelen die voor fondsenwervers het belangrijkst en leerzaamst waren. Met daarin ook zijn eigen standpunten verweven, zeker als het om dossiers ging waarvan Jaap vond dat hij zich er druk om moest maken ten behoeve van de sector.
Toch zag je, wanneer je met Jaap over de invulling van het blad sprak, niet direct wat voor een grote naam hij was in de fondsenwervende sector. Daar kwam ik buiten de redactie pas achter. Op de Nationale Vakdag fondsenwerving bijvoorbeeld, waar hij links en rechts handenschuddend met aanwezigen alle grote sprekers op hun gemak stelde. Of bij de podcasts die hij vorig jaar gastpresenteerde bij de bijeenkomst over filantropie en overheid. Of bij het dubbelinterview dat we samen afnamen met de directeuren van Nederland Filantropieland en Goede Doelen Nederland, vlak nadat ze aankondigden onder één naam verder te gaan. Op die momenten werd het voor mij pas echt duidelijk wat Jaap voor de fondsenwervende sector betekende.
Ik zal me Jaap herinneren als een ambitieuze, eerlijke, optimistische en kritische man aan wie je altijd je ideeën kon toetsen of om advies kon vragen, zowel professioneel als persoonlijk. Als iemand met een groot hart voor de goededoelensector. Als een doorgewinterde journalist met een passie voor onderzoek die prikkelende vragen durfde te stellen. Als journalistiek geweten van het Vakblad die in alles zijn trots op wat hij maakte, liet blijken. Als mijn mentor en klankbord, die geen van mijn vragen uit de weg ging en ze vaak in recordtijd beantwoordde. Als de persoon die mij als net afgestudeerde redacteur een kans wilde geven waar anderen het niet durfden, en vervolgens in zijn doen en laten enorm vertrouwen in me uitsprak.
Jaap stond aan de basis van alles wat het Vakblad de afgelopen decennia heeft gedaan en nog gaat doen. Ik kan nog steeds niet echt bevatten dat we zonder hem verder moeten. Ik heb veel van hem geleerd en zal hem ontzettend missen.
--
Dit 'In memoriam' verscheen in het Vakblad fondsenwerving van 8 september 2020, de Legacy editie Jaap Zeekant.