De meeste Nederlanders staan positief tegenover goede doelen. Toch constateren wij een toenemende weerstand, vooral tegen grotere goede doelen. We deden hier onderzoek naar en zien mogelijkheden om die weerstand weg te nemen bij het werven van vrijwilligers.
Gastauteurs: Monique van Holland en Katrien Oomen
Monique van Holland is senior strategy consultant en Katrien Oomen is researcher bij Motivaction.
Uit onze onderzoeken voor goede doelen maken we op dat het de laatste jaren moeilijker geworden is om vrijwilligers te werven en te binden. Dat is een probleem voor goede doelen, want bij veel van hen wordt een deel van de werkzaamheden door die vrijwilligers verricht. Zou je als goed doel de weerstand kunnen wegnemen en mensen juist overhalen tot vrijwilligerswerk, vroegen we ons af. En hoe doe je dat? En met welke barrières bij de consument moet je dan rekening houden?
Om die vragen te beantwoorden voerden we voor een internationale non-profitorganisatie een communityonderzoek uit onder een gevarieerde groep van 35 respondenten, allemaal individuen met een mening over en houding ten opzichte van vrijwilligerswerk. Het communityonderzoek was een verdieping van een eerder uitgevoerde vragenlijst. In de community konden respondenten, naast het beantwoorden van de door ons gestelde vragen, ook met elkaar van gedachten te wisselen, vragen stellen en reageren op elkaar. Hierdoor ontstond ruimte voor creativiteit met verfrissende ideeën om mensen enthousiast te krijgen voor vrijwilligerswerk, en een verdiepende blik op de meningen en houdingen rondom dit onderwerp.
Weerstand
Een inleidende vraag liet zien dat heel wat Nederlanders enige weerstand ervaren tegen het steunen van de landelijke goede doelen. Dit komt vooral door twijfels. Komt het geld wel op de juiste plek terecht? Welk gedeelte van mijn bijdrage gaat naar straatwervers? Of spek ik hoge salarissen?
Die twijfel uitte zich bij de respondenten op twee manieren. Enerzijds zijn twijfelaars eerder bereid om lokale, kleinere doelen te steunen. Aan de andere kant zijn ze positief over het doen van vrijwilligerswerk. Want daarbij is voor hen direct duidelijk hoe en waar hun bijdrage terechtkomt. Deelnemers aan de community ervoeren op deze manier ook meer controle, want steun in de vorm van vrijwilligerswerk geeft een direct gevoel van impact en betekenis. Je staat figuurlijk, en soms ook letterlijk, met je voeten in de klei.
Onze intentie om een bepaald gedrag te vertonen wordt volgens de Theory of Planned Behaviour deels bepaald door een positieve houding ten opzichte van dat gedrag. Maar alleen een positieve houding tegenover vrijwilligerswerk is niet genoeg om tot daden over te gaan. Ook wat andere mensen, die voor de persoon belangrijk zijn, ervan vinden speelt een rol. Net als het zelfvertrouwen dat men heeft om het gedrag, in dit geval dus het vrijwilligerswerk, te kunnen uitvoeren.
Vooral dat laatste punt, ook wel zelfeffectiviteit genoemd, bleek een struikelblok bij de deelnemers aan de community. Velen van hen dachten niet de kennis of vaardigheden te hebben om vrijwilligerswerk te doen voor een grote non-profitorganisatie. Zij meenden dat dergelijk vrijwilligerswerk alleen voor professionals is weggelegd.
Werving
Om dit gevoel van onkunde weg te nemen kun je als goed doel twee dingen doen. Door te benadrukken dat vrijwilligers goede begeleiding krijgen, neem je een deel van die angst weg. En als je bij het aanbieden van het werk een duidelijke verdeling tussen professionals en vrijwilligers aangeeft, laat je zien dat beide rollen naast elkaar veilig en goed kunnen worden ingevuld.
Ook als de intentie tot gedrag er is, betekent dit niet dat mensen het gedrag daadwerkelijk gaan vertonen. Deze ‘intention-behaviour gap’ zien we ook terug bij potentiële vrijwilligers. Want zelfs als respondenten positief waren over het werk, voldoende vertrouwen in hun eigen kunnen hadden, positief dachten over het vrijwilligerswerk en het echt wilden doen, dan nog maakte hen dat geen vrijwilliger.
Als grootste drempel om daadwerkelijk als vrijwilliger aan de slag te gaan noemden ze het gebrek aan flexibiliteit, de angst om ergens aan vast te zitten. Maar ze kwamen ook zelf met oplossingen, zoals een app waarin het aanbod van vrijwilligerswerk wekelijks te zien is, flexibele pools waarbij je in kunt schrijven op bepaalde taken, vrijblijvende meeloopdagen en snuffelstages, en meer mogelijkheden tot informeel contact tussen vrijwilligers om inspiratie op te doen en de kennisuitwisseling te stimuleren.
--
Monique van Holland (m.vanholland@motivaction.nl) is senior strategy consultant bij Motivaction. Katrien Oomen is researcher (k.oomen@motivaction.nl.