Goede doelen hebben donateurs. Wat goede doelen doen, valt samen met het collectieve belang van die gevers. Anders zouden ze immers niets geven. Dat belang komt vaak dichtblij, zoals bij de gezondheidsfondsen. Als je een ziekte hebt gekregen, wil je graag de beste zorg. Daar dragen goede doelen met hun werk aan bij.
Het werk van fondsenwervende instellingen heeft soms ook betrekking op het belang van de consumenten. De voedselveiligheid, waar foodwatch zich om bekommert, is een mooi voorbeeld. Net als de groene fondsen en hun milieumissie. Heel wat van de consumenten zijn ook weer donateur.
Gevers en consumenten zijn ook burgers in de samenleving. Ook in die hoedanigheid komen ze de goede doelen weer tegen. Soms lijkt dat te conflicteren, bijvoorbeeld als mensen vinden dat ze op een vervelende manier benaderd worden. Of wanneer burgers het oneens zijn met een missie.
Het werk van de goede doelen is dus alom aanwezig in de samenleving. Er is geen belang of er is wel een goed doel of andere organisatie die er zich over ontfermt. Daar wordt de samenleving beter van. Het draagt ook bij aan een gezonde verhouding tussen de maatschappelijke krachten: overheid, bedrijfsleven en particulier initiatief.
Onlangs e-mailden Gea Broekema, voormalig directeur Alzheimer Nederland, en ik wat heen en weer over het vreselijke lot dat burgers getroffen heeft door toedoen van de fiscus. We vroegen ons af op wie die mensen nu eigenlijk kunnen terugvallen, als zelfs de overheid ze in de steek laat. Op een staatsgreep na is het ergste dat je in een democratie en rechtsstaat kan gebeuren, dat de overheid de vijand wordt van de burgers. Vrij naar van Randwijk: ook dan dooft wat mij betreft het licht.
In een debat in de Tweede Kamer gaf Pieter Omtzigt aan het vreemd te vinden dat er in het maatschappelijk middenveld geen organisatie is die opkomt voor de door de overheid benadeelde en getroffen gezinnen. Dat is pas alarmerend, wanneer een geweldig Kamerlid als Omtzigt, met zijn inzet en betrokkenheid, zich dat afvraagt. Dat is het moment dat we van de overheid niets meer hoeven te verwachten.
Politieke partijen behartigen collectieve belangen van de mensen, gevoed door hun achterban. Maar je kunt je afvragen of zo’n systeem nog werkt wanneer het draagvlak al decennia afneemt. Politiek actief zijn is helaas niet de populairste vrijwilligersactiviteit. Mede als gevolg daarvan worden politici steeds meer gerecruteerd uit de kleiner worden poel van de mensen die in de hogere partijregionen actief zijn. Inmiddels hebben we het punt bereikt dat niet meer het dualisme, maar de fractiediscipline leidend is. De dienst wordt steeds meer uitgemaakt door een krimpende groep onder de Haagse kaasstolp.
Keer op keer wordt bewezen dat in zo’n systeem geen ruimte meer is voor het belang van individuele burgers. Ik laat het bij twee schrijnende voorbeelden, waarmee wat mij betreft de overheid duidelijk heeft gemaakt weinig te geven om het welbevinden van individuele mensen: de kinderopvangtoeslagellende en de aardgasellende.
Wie neemt het initiatief tot oprichting van de ‘Organisatie tot bescherming van de burger tegen de overheid’? Deze nieuwe fondsenwervende instelling kan op mijn maandelijkse bijdrage rekenen. En Pieter Omtzigt vragen we in het bestuur. Want ik denk dat hij daar meer kan bereiken dan vanuit Den Haag.
'Je kunt je afvragen of een politiek systeem nog werkt wanneer het draagvlak al decennia afneemt'
--