De Tweede en Eerste Kamer hebben met het Wetsvoorstel transparantie en tegengaan maatschappelijke ondermijning door maatschappelijke organisaties (Wtmo) ingestemd. Daarbij zijn de voor de non-profitsector ‘scherpe randen’ wat afgestompt. Zo wordt de Wtmo alleen van toepassing op donaties van minstens 15.000 euro. Hoewel de wet volgens branchevereniging Goede Doelen Nederland op dit moment ‘volstaat’, blijven een aantal fundamentele bezwaren onopgelost.

Lasten en achterdocht
Goede Doelen Nederland heeft, terwijl de Wtmo in behandeling was, meermaals benadrukt wat de mogelijk schadelijke gevolgen van de wet zouden zijn voor het maatschappelijk middenveld. De wet moet buitenlandse beïnvloeding via donaties tegen gaan en witwassen en terrorismefinanciering voorkomen, maar daarbij worden de (administratieve) lasten voor verenigingen te hoog. In een sector die zich inzet voor een betere wereld en opereert op vrijwillige inzet en vertrouwen, is de wet volgens de tegenstanders een uiting van achterdocht naar het maatschappelijk middenveld.
Ook werd de effectiviteit van de wet in twijfel getrokken. Directeur van Vereniging NOV Laila Ait Baali en ChristenUnie-fractievoorzitter Mirjam Bikker beschreven de aanpak als ‘met een kanon op een mug schieten’ in een opinieartikel in de Volkskrant, afgelopen februari.
Verbeteringen
In de door de Eerste Kamer goedgekeurde versie van de Wtmo wordt de publicatieplicht alleen van toepassing op donaties van 15.000 euro en hoger, komen er geen nieuwe administratieve verplichtingen bij, hoeven er geen extra donatiegegevens te worden opgevraagd en krijgen organisaties meer tijd om donatiegegevens aan te leveren: vier weken in plaats van tien werkdagen. Verder is duidelijk dat vrijwilligerswerk niet onder de wet valt.
Goede Doelen Nederland blijft toch ook kritisch op de wet. Zo vindt de branchevereniging dat het Openbaar Ministerie de bevoegdheid om informatie over donaties op te vragen moet krijgen, en niet de burgemeester. Wel is het zo dat de burgemeester pas mag handelen na overleg met het OM. Ook is er nog veel onduidelijkheid over de mogelijkheid van de rechter om activiteiten van organisaties te verbieden als deze de democratische rechtsstaat of het openbaar gezag ondermijnen.
Juridische onvolkomenheden
De branchevereniging concludeert: ‘Wij zijn blij dat de Derde Nota van Wijziging, de verschillende amendementen en moties het wetsvoorstel Wtmo verbeteren. Deze wijzigingen hebben wel een aantal juridische onduidelijkheden en onvolkomenheden in het leven geroepen hetgeen op gespannen voet staat met de voorspelbaarheid, uitvoerbaarheid en rechtszekerheid.’
Goede Doelen Nederland heeft de Eerste Kamer op de hoogte gesteld van de fundamentele bezwaren en blijft aandringen op een nieuwe toetsing, om te bepalen of de Wtmo in overeenstemming is met ‘onze constitutionele rechtsorde en de daarin verankerde grondrechten.’