De aangekondigde bezuiniging op de subsidie van VluchtelingenWerk moet weer teruggedraaid worden. Dat heeft de voorzieningenrechter in Amsterdam bepaald. Minister Marjolein Faber (PVV) van Asiel en Migratie wilde ruim twintig miljoen bezuinigen op het werk van de vluchtelingenorganisatie. Door de uitspraak moet de subsidie tot minstens eind april hetzelfde blijven.
Vluchtelingenwerk ontvangt al 45 jaar subsidie van het Rijk en speelt een belangrijke rol in de asielketen. De stichting zorgt al vijftien jaar voor onafhankelijke begeleiding van vluchtelingen die een asielaanvraag doen. In dat proces zijn juristen, medewerkers van de organisatie en vrijwilligers betrokken. Door de drukte bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is VluchtelingenWerk in de praktijk vaak het eerste aanspreekpunt.
De stichting kreeg een vast bedrag van dertien miljoen euro subsidie, met daarop een variabel bedrag op basis van het aantal mensen dat de stichting had geholpen. Maar Faber besloot begin februari dat variabele bedrag in te trekken, tot grote ontsteltenis van bestuursvoorzitter Frank Candel. Hij zei eerder tegen de NOS: ‘Je kunt niet een subsidierelatie van 45 jaar met één pennenstreek beëindigen.’ VluchtelingenWerk had 34 miljoen euro aangevraagd om al haar werkzaamheden uit te kunnen voeren.
De voorzieningenrechter gaf hem gelijk. Als er sprake is van een wijziging in een langlopende subsidierelatie, moet die aan de voorwaarden van de Algemene wet bestuursrecht voldoen. Alleen als de omstandigheden dusdanig zijn veranderd, mag de regering tot een wijziging overgaan. Ook dan moet een ‘redelijke termijn’ in acht worden genomen. Dat is volgens de rechter in dit geval niet gebeurd.
Candel is tevreden met de uitspraak, omdat ‘de onafhankelijke begeleiding van vluchtelingen in ieder geval de komende maanden door kan gaan.’ De organisatie houdt wel een slag om de arm: in haar eigen uitingen schrijft de stichting dat de bezuinigingen ‘voorlopig’ niet doorgaan.
