Afrikaanse non-profits zijn vaker en ‘overweldigend’ afhankelijk van internationale financiers, waarschuwen de filantropische consultants van Bridgespan. Negentig procent van de Keniaanse, Nigeriaanse en Zuid-Afrikaanse ngo’s in het onderzoek ontving hun eerste substantiële subsidie van een niet-Afrikaanse financier.
Bridgespan ziet een grote afhankelijkheid van internationale geldschieters, zoals fondsen en major donors, maar ook via multilaterale hulp van de Wereldbank en bilaterale overeenkomsten met buitenlandse overheidshulp. ‘In 2022 ontvingen de drie landen negen keer meer officiële ontwikkelingshulp (ODA) dan internationale filantropie, wat het belang van internationale filantropische financiering onderstreept.’
Verantwoording
Bridgespan analyseerde de data van 85 ngo’s in Kenia, Nigeria en Zuid-Afrika (de grootste economieën in Sub-Sahara Afrika met de meest volwassen sociale sectoren). Alle organisaties werken met een budget van één miljoen dollar. Ook hielden de onderzoekers interviews met leden van de grootste organisaties, zoals LEAP Africa, Harambee en de Desmond Tutu Health Foundation.
De consultancygroep meldt dat veel van de organisaties, ondanks de schaarste en onzekerheid, groeien en innoveren. ‘Ze zijn diep betrokken bij hun gemeenschappen en hebben een krachtige impact op het continent,’ aldus Bridgespan.
--
Dit bericht stond eerder in de rubriek 'Filantropie over de Grens' in Vakblad fondsenwerving.