Hoewel het al bijna een jaar geleden is dat de oorlog in Oekraïne begon, is de publieke opinie over het conflict weinig veranderd. Dat concludeert onderzoeksbureau Ipsos op basis van eigen onderzoek onder volwassenen in 28 landen. De onderzoekers vroegen ook Nederlanders naar hun meningen en standpunten.
Nederlandse publieke opinie
Onder de ruim 19.000 respondenten van het onderzoek zaten ook honderden Nederlanders. Drie op de vier van hen geeft aan het nieuws over de status van de oorlog in Oekraïne te volgen. Ten opzichte van april vorig jaar is dat percentage niet veranderd. Ook vindt vier op de vijf respondenten aan dat Nederland Oekraïense vluchtelingen dient op te vangen (ten opzichte van 86 procent in april 2022). Opvallend is dat meer mensen het goed vinden dat er troepen naar het oorlogsgebied worden gestuurd: nu geeft drie op de tien mensen dat aan, ten opzichte van ongeveer twintig procent afgelopen april.
Daarnaast blijft het draagvlak om zelf bij te dragen, direct of indirect, groot. Een meerderheid blijft het bijvoorbeeld geen probleem vinden om meer voor benzine en gas te betalen als gevolg van de sancties tegen Rusland (63 procent). Ook blijft een (iets kleinere) meerderheid voorstander van het sturen van wapens en luchtafweersystemen aan de Oekraïners (59 procent) en NATO-troepen naar de buurlanden van Oekraïne.
Rapportage
Het volledige rapport ‘The World’s Response to the War in Ukraine’ van onderzoeksbureau Ipsos is hier te lezen. De resultaten worden vandaag (24 januari) verder becommentarieerd door Oksana Markarova, ambassadeur van Oekraïne in de Verenigde Staten.