VluchtelingenWerk heeft een kort geding aangespannen tegen het Rijk en het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) vanwege de huidige opvangcrisis. Er is een impasse ontstaan tussen het Rijk en de gemeenten die vluchtelingen dienen op te vangen waardoor de opvang ‘door de humanitaire ondergrens zakt’. De zitting is op 15 september bij de rechtbank Den Haag.
Methode van opvang is schadelijk
Volgens VluchtelingenWerk wonen duizenden vluchtelingen in (crisis)noodopvanglocaties die niet geschikt zijn voor bewoning. Het ontbreekt hen daarbij aan basale voorwaarden zoals voldoende sanitair, bedden, genoeg en fatsoenlijk eten en bescherming tegen weersomstandigheden. De Inspectie voor de Gezondheidszorg beoordeelt dat de huidige vorm van opvang schadelijk is voor de fysieke en mentale gezondheid van bewoners. ‘Van tijdelijkheid is geen sprake meer, dit is het nieuwe normaal geworden en dat is onacceptabel.’
De vluchtelingenorganisatie eist bij de rechter dat opvang van asielzoekers in Nederland per 1 oktober weer aan de ‘wettelijke minimale eisen’ voldoet. Daar valt onder andere permanente toegang tot drinkwater, toegang tot gezondheidszorg, sanitair en maaltijden en enige mate van privacy onder. Ook wil VluchtelingenWerk dat asielzoekers een medische check krijgen voor ze worden overgeplaatst: zieken en zwangere vrouwen mogen niet in tenten of gymzalen terechtkomen, vindt de organisatie.
Geen overmacht
VluchtelingenWerk vindt dat de huidige crisis is veroorzaakt door politieke keuzes en voorkomen had kunnen worden - dat zal de organisatie ook tijdens het kort geding betogen. Het aantal asielverzoeken was de afgelopen jaren laag en stabiel, maar door het sluiten van AZC’s en het bezuinigen op de IND heeft het Rijk de crisis over zichzelf afgeroepen, vindt de non-profit. Daar komt bij dat gemeenten formeel niet verantwoordelijk zijn en niet altijd asielzoekers willen opvangen, en daarom verzoeken tot opvang naast zich neer kunnen leggen. Ook valt het de organisatie op dat vluchtelingen uit landen als Syrië, Afghanistan en Jemen anders worden opgevangen dan vluchtelingen uit Oekraïne.
Staatssecretaris Van der Burg kan gemeenten op korte termijn alsnog verantwoordelijk maken door een beroep te doen op het staatsnoodrecht of via een spoedwet. Verder kan meer gekeken worden naar opvang in hotels, recreatiewoningen of de panden in beheer van de Rijksgebouwendienst.