Om donateursgeld te kunnen stallen bij banken hebben de twintig grootste goede doelen het afgelopen jaar ruim 2,3 miljoen euro betaald. Dat schrijft de NOS woensdag op basis van een eigen inventarisatie. Goede doelen moesten banken betalen omdat zij niet uitgezonderd zijn van negatieve rente.
362.000 euro
Personen en organisaties die bij banken aangesloten zijn krijgen sinds anderhalf jaar geen rente meer over hun vermogen, maar moeten juist rente betalen aan de bank. De NOS bracht in kaart hoeveel geld de grootste non-profits moesten afstorten. Bovenaan de lijst staat Artsen zonder Grenzen; zij moesten 362.000 euro betalen.
‘Dat is veel geld, dat we liever niet aan de banken betalen,’ zegt Thijs van Buuren van de hulporganisatie tegen de NOS. ‘Zeker niet als je dat afzet tegen de miljardenwinsten die ze vorig jaar hebben gemaakt.’
Ook het Leger des Heils, het Rode Kruis, KWF Kankerbestrijding en KiKa betaalden bedragen van meer dan twee ton.
Schade beperken
Andere organisaties konden volgens de inventarisatie de schade beperken, al moesten ze daar veel moeite voor doen. Zij moesten bijvoorbeeld geld over meerdere rekeningen spreiden, afzonderlijke afspraken met banken maken, geld overgezetten naar buitenlandse rekeningen of meer gaan beleggen.
Uitzonderingspositie
Toen de negatieve rente werd aangekondigd vroegen goede doelen in eerste instantie om een uitzonderingspositie. Ook Goede Doelen Nederland was destijds niet te spreken over de negatieve sparrente. ‘Het zou mooi zijn als een bank oog heeft voor de bijzondere positie van goede doelen,’ aldus directeur Margreet Plug in februari 2020.
ABN AMRO vond zo’n uitzondering onrechtvaardig tegenover andere klanten, zegt de bank tegenover de NOS. ‘We hebben gemeend dat het uitsluiten van één sector niet te verantwoorden was.’ De andere twee grote Nederlandse banken – Rabobank en ING – geven aan maatwerk aan te bieden voor goede doelen. De Rabobank spreekt van ‘ruimhartiger afspraken’ met goede doelen en de ING startte een helpdesk die helpt bij het bekijken hoe de kosten zo laag mogelijk gehouden kunnen worden.