Een grote groep organisaties uit de goededoelensector heeft afgelopen week een nieuwe brandbrief gestuurd naar minister Kaag van Financiën om aandacht de vragen voor de praktische gevolgen van de wet Wwft (anti-terreur- en witwasmaatregelen) op non-profits. De brief is een reactie op de antwoorden van Kaag op een brief die de sector op 18 februari verstuurde en is ondertekend door onder andere Partin, Vereniging NOV, SBF, Partos, Goede Doelen Nederland en FIN.
De-risking
Het huidige kabinetsbeleid is gebaseerd op de-risking – het terugbrengen van (financieel) risico – maar raakt daarbij ook hard aan de goededoelensector, die ook een bankrekening en toegang tot het betalingsverkeer nodig hebben om goed te functioneren. Goede doelen en vrijwilligersorganisaties worden geregeld geconfronteerd met belemmeringen bij het openen van bankrekeningen en het doen van financiële transacties als gevolg van het de-risking beleid. Het is bijvoorbeeld niet makkelijk om financiële steun te bieden aan mensen en organisaties in ‘risicogebieden’ op het gebied van terreur en witwassen. ‘Deze belemmeringen brengen het dagelijks werk van grote aantallen goede doelen en vrijwilligersorganisaties in gevaar en bemoeilijken het hun om hun missie te realiseren. Deze hindernissen leiden ook tot een aanzienlijke toename van de werklast en (administratieve) kosten.’
De ondertekenaars van de brief pleiten voor een ‘verantwoorde en ongecompliceerde’ toegang tot het betalingsverkeer. De sector zegt het fijn te vinden dat het kabinet openstaat voor een gesprek met de sector over de hoge regeldruk.
‘Noodzakelijk en proportioneel’
De brief verwijst naar een aantal EU-verdragen die non-profit organisaties bescherming bieden tegen beperkingen van de toegang tot het vrije kapitaalverkeer in de Europese Unie. ‘Beperkingen voor non-profitorganisaties die voortvloeien uit de Wwft moeten noodzakelijk en proportioneel zijn en er moet sprake zijn van een gerichte en geactualiseerde risicobeoordeling van de sector en de betrokken organisaties,’ vindt de sector.
Vervolgens vragen de ondertekenaars om de richtlijnen die aan banken worden opgelegd opnieuw tegen het licht te houden. Minister Kaag haalde in haar antwoorden op de eerdere vragen onderzoeken aan (National Risk Assessments (NRA)) die aan zouden tonen dat risico’s op witwassen en terrorismefinanciering voor specifiek Nederlandse stichtingen aanzienlijk is. Maar de ondertekenaars zijn het daar niet mee eens: ‘De onderzoekers geven aan dat vaak geen harde relatie te leggen is tussen hun kwalitatieve en kwantitatieve bevindingen en terrorismefinanciering en/of witwassen.’ Volgens de sector legitimeren de onderzoeksresultaten de beperkingen het label ‘hoog risico’ op de non-profitsector niet genoeg.
Plek aan de tafel
Tenslotte vraagt de sector om een plek aan de tafel wanneer er over de beperkende wetgeving wordt gesproken met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), de Nederlandsche Bank (DNB) en bij het actualiseren van de NRA’s, die volgens de ondertekenaars te weinig input van het maatschappelijk middenveld bevatten.
