Acht huidige en voormalige medewerkers van het kantoor van de Britse tak van Amnesty International hebben aan de bel getrokken over racisme en discriminatie binnen de eigen organisatie. Dat schrijft de Britse krant The Guardian. Ook bestaat er nog altijd een gesloten machtsstructuur die het heel moeilijk maakt voor medewerkers van regionale kantoren om serieuze kans te maken op internationale promotie.
Koloniaal gedachtegoed
Toen de Black Lives Matter beweging op stoom kwam als gevolg van de moord op George Floyd, erkende Amnesty dat racisme nog steeds bij de mensenrechtenorganisatie geworteld was, mede door het koloniale gedachtegoed uit de tijd van de oprichting van de non-profit. Dat droeg bij aan de instandhouding van racisme en vooroordelen op de werkvloer. De non-profit stelde daarop twee diversiteitsadvocaten van Howlett Brown aan om een onderzoek te doen naar de werksituatie.
Daar kwam in oktober vorig jaar een stevig rapport uit, waaruit bleek dat verschillende medewerkers met een migratieachtergrond op kantoor geregeld te maken krijgen met verkapt of alledaags racisme. Ook is men onattent over de religieuze normen en waarden van werknemers. Zo reageren collega's soms fel op hun wens op het werk te bidden en eindigen bedrijfsuitjes vaak in het café, waar bijvoorbeeld moslims zich vaak niet thuis voelen. Klachten werden opzijgeschoven en ongevoelige opmerkingen werden als ‘grapjes’ weggezet. Amnesty International beloofde destijds beterschap.
‘Positieve omgeving creëren’
Amnesty UK publiceerde dinsdagavond een reactie op het Guardian-artikel: ‘We weten dat institutioneel racisme bestaat in het Verenigd Koninkrijk en, zoals iedere organisatie, zijn wij niet immuun voor dit bestaande probleem. We herkennen dat het Internationale Secretariaat en Amnesty UK te weinig hebben gedaan om inclusiviteit bij ons organisaties te bewerkstelligen, om iedereen dezelfde kansen te bieden, met respect te behandelen en gehoord kunnen worden. Onze prioriteit is om een positieve omgeving te creëren waar alle individuele medewerkers kunnen excelleren en bijdragen aan het mensenrechtenwerk waar we zoveel passie voor hebben.’