Liefst 165.648 mensen zaten dit weekend voor het raam de tuin in te turen, op zoek naar vogels. Daarmee wordt het beeld bevestigd dat vogelen door de coronacrisis aan populariteit heeft gewonnen, zegt de Vogelbescherming. Gezamenlijk telden ze tijdens de Nationale Tuinvogeltelling 2,3 miljoen tuinvogels.
Vorig jaar deden er bijna 91.000 mensen mee met de vogeltelling van Vogelbescherming Nederland. Dat was toen ook een record, maar dat is nu verpletterd door de overweldigende deelname dit jaar.
‘We hopen natuurlijk dat deze belangstelling zich ook omzet in daden,’ reageert Jip Louwe Kooijmans. Hij doelt daarmee op de vergroening van de omgeving, in zowel de tuin als daarbuiten. ‘Alle tuinen van Nederland bij elkaar zijn een gigantisch natuurgebied, meer dan vijf keer de Oostvaardersplassen. Het is voor vogels, maar ook voor bijen en vlinders een wereld van verschil of die tuinen bestraat op groen zijn.’
Ondanks het grote aantal deelnemers blijft de top-3 ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. De huismuis, koolmees en pimpelmees werden het meest geteld. Toch werd er gemiddeld per tuin minder vogels gezien: 19 per tuin ten opzichte van dertig vorig jaar. ‘Door het zachtere winterweer van de afgelopen periode verblijven veel vogels nog in de bossen en weilanden, waar vooralsnog voldoende voedsel beschikbaar is,’ verklaart de vogelorganisatie de resultaten. De top-10 wordt verder gecompleteerd door de merel, vink, kauw, roodborst, ekster, houtduif en Turkse tortel.
