Op de Nationale Vrijwilligersdag, 7 december, kregen zesduizend vrijwilligers van het Rode Kruis een medaille uitgereikt voor hun inzet tijdens de coronacrisis, de grootste inzet van de hulporganisatie sinds de Tweede Wereldoorlog en de Watersnoodramp van 1953. De symbolische uitreiking werd gedaan door Prinses Margriet en mevrouw Lenie Dwarshuis-van de Beek, kanselier van de Rode Kruis-onderscheidingen.
Hulporganisatie actief op alle fronten
Het Rode Kruis was dit jaar actief bij ongeveer honderd zorginstellingen, waar zij niet-medische taken op zich namen. Met het vervoer van mogelijke coronapatiënten werden ongeveer tweeduizend mensen geholpen. Verder zamelde de hulporganisatie 6,2 miljoen producten voor persoonlijke bescherming in, hielp het de GGD met het testen van 200.000 mensen en bij bron- en contactonderzoek, werd er 60.000 keer voedselhulp gegeven en werden er 36.000 telefoontjes beantwoord door de Rode Kruis Hulplijn.
Ook op de Caribische eilanden was het Rode Kruis erg actief. 55.000 mensen werden van voedsel voorzien en met de Hulplijn en het buddy netwerk kregen ongeveer 18.000 mensen steun. Op Sint Maarten deelde de hulporganisatie 35.000 stukken zeep uit.
'Hier en daar verlichting kunnen brengen'
Het zijn indrukwekkende cijfers, veelal bereikt met dank aan de vrijwilligers die het Rode Kruis een warm hart toedragen. ‘Iedereen die de coronapandemie heeft meegemaakt zal deze sowieso niet snel vergeten. Het heeft enorme impact gehad op ons leven,’ vertelt Marieke van Schaik, directeur van de hulporganisatie. ‘Velen hebben momenten van verdriet en eenzaamheid meegemaakt en ik ben er trots op en dankbaar voor dat wij als Rode Kruis hier en daar verlichting hebben kunnen bieden in deze voor velen zware periode.’
