Kabinet steunt noodlijdende cultuursector opnieuw: 482 miljoen vrijgemaakt

De coronacrisis raakt de culturele sector bovengemiddeld hard. Het totale bruto binnenlands product (bbp) zakte volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek met 8,5 procent in het tweede kwartaal. Ondertussen daalde de productie in de cultuur en recreatiesector met liefst 37,4 procent. Als de crisis nog langer aanhoudt, bestaat de kans dat er grote gaten vallen in de sector.

Cruciale culturele infrastructuur

Het grootste deel van het aanvullende pakket is bestemd voor het vervolgen van het eerste steunpakket, zodat deze tot 1 juli 2021 voor houvast kan blijven zorgen. Culturele instellingen met een grote rol in de landelijke infrastructuur, maar ook naar kunstenaars en creatieve professionals, kunnen rekenen op tweehonderd miljoen. Ook gaat er honderdvijftig miljoen naar de gemeenten, zodat zij lokale culturele instellingen en makers kunnen ondersteunen. Gemeenten en provincies zelf krijgen middelen tot hun beschikking om de opgelopen schade te vergoeden (68 miljoen).

‘De culturele en creatieve sector is juist in deze crisistijd onmisbaar. Een sector die het leven mooier maakt, mensen verbindt en verrast en die aan heel veel mensen werkgelegenheid en inkomen biedt,’ aldus Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. ‘Creativiteit is nodig om een uitweg te vinden uit de beperkingen die we onszelf moeten opleggen. Dat zie je ook aan de vele initiatieven die zijn ontstaan om voorstellingen, exposities en allerlei andere creatieve ideeën voor publiek mogelijk te maken op anderhalve meter. Ik heb daar grote waardering voor. Maar we zijn er helaas nog niet, daarom is deze steun ook zo belangrijk.’