Het consumenten- en donateursvertrouwen hebben het laatste kwartaal kleine schommelingen doorgemaakt. Dat blijkt uit de resultaten van de recentste enquête aan het Nederlands Donateurspanel van WWAV en het CBF. Ook is het percentage respondenten wat vertrouwen heeft in de spelers in de filantropische sector teruggelopen ten opzichte van 2016.
Vertrouwen
Het index consumentenvertrouwen maakte een lichte stijging, van -2 naar 0.
Qua vertrouwen bestaan er op dit moment evenveel optimisten als pessimisten. Het donateursvertrouwen zakte na een korte piek in het vorige kwartaal terug naar -9, het niveau van maart 2019.
De laatste jaren volgden de indexen elkaar op de voet: als het consumentenvertrouwen steeg, ging het donateursvertrouwen mee. Sinds begin dit jaar is die trend licht doorbroken. Ook nu stijgt het vertrouwen van de consument, maar zakt dat van de donateur. Overigens is de index voor het donateursvertrouwen nog nooit positief geweest. De score van juni 2019 (-5) was de hoogste in ruim tien jaar.
Instanties
WWAV stelt bij iedere peiling ook een aantal vragen over zaken die op dat moment spelen. Ditmaal vroegen ze het NDP om vertrouwen in bepaalde maatschappelijke instanties, zoals de overheid, media en goede doelen.
Kleine, lokale goede doelen, de CBF-erkenning, landelijke goede doelen en kerken zijn de spelers in de filantropische sector die het meeste vertrouwen genieten, al loopt het percentage wel terug ten opzichte van 2016. De kleine, lokale goede doelen worden door ruim 35 procent van de NDP-respondenten vertrouwd, waarmee ze volgens het panel het meest betrouwbaar zijn.
Tegelijkertijd zijn er ook instanties die het vertrouwen van de maatschappij hebben gewonnen ten opzichte van drie jaar geleden, zoals de media, de overheid en banken.
Nieuw in de vraagstelling was dit jaar het crowdfundingsplatform. Die komen er slecht vanaf: ongeveer 5% van de NDP-respondenten sprak het vertrouwen in deze platforms uit.
Saillant is de aanwezigheid van een meetbaar generatieverschil voor vertrouwen in maatschappelijke instanties. De jongere respondenten zijn over het algemeen positiever ingesteld:
Wereldproblemen
Tenslotte werd het NDP gevraagd naar de bestrijding van diverse wereldproblemen. Wie moet die volgens hen oplossen?
De overheid moet volgens het panel flink verantwoordelijkheid nemen, in ieder geval voor de bestrijding van armoede (77%), conflicten (82%) en ongeneeslijke zieken (47%). Grote bedrijven worden, samen met de overheid, het meest verantwoordelijk gehouden voor de strijd tegen klimaatverandering. Voor ongelijkheid, dierenleed en eenzaamheid worden de burgers geacht de handen uit de mouwen te steken, aldus het panel.
Goede doelen krijgen nergens de meerderheid van de stemmen, wat betekent dat ze nergens de eerste partij aan zet zijn om deze wereldproblemen op te lossen. Ze zijn volgens het NDP-panel het meest effectief in de bestrijding van dierenleed en ongeneeslijk zieken (meer dan 15%). Ook voor eenzaamheid en armoede kunnen goede doelen effectief bijdragen (ongeveer 7% en 5%, respectievelijk).
Ook in deze antwoorden is een generatieverschil te zien, vooral wanneer het aankomt op de betrekking van goede doelen. Jongeren vinden vaker dat mensen ouder dan 30 jaar dat goede doelen ongeneeslijke ziekten (29%tegenover 15%), dierenleed (33% tegenover 19%) en eenzaamheid (16% tegenover 6%) moeten oplossen.
Het Nederlands Donateurspanel, wat is dat precies?
Het Nederlandse Donateurspanel (NDP) is een voor Nederland representatieve groep die door fondsenwervingsbureau WWAV en toezichthouder goede doelen CBF wordt aangeschreven om donateursvertrouwen te meten. Deelnemers aan het NDP worden ieder kwartaal een keer gevraagd naar hun geefbereidheid en mening over onderwerpen die belangrijk zijn voor de fondsenwerverssector. Vervolgens worden de resultaten uitgedrukt in een index, waarvan de methode spiegelt aan de meting van het consumentenvertrouwen door het CBS.