Vanaf de jaren 50 was Harold Sumption (1917 – 1998) de pionier die met spectaculaire responsadvertenties in de kranten en later met direct mail de basis legde voor Oxfams zeer succesvolle fondsenwerving. Zijn betrokkenheid bij Oxfam Groot-Brittannië, ook als boardmember, duurde wel vijfendertig jaar.
In het komende nummer van Vakblad Fondsenwerving dat 9 maart op de mat valt, verschijnt onderstaand editorial van hoofdredacteur Jaap Zeekant. Je kunt het vanaf vandaag al lezen op fondsenwerving.nl
Vanaf de jaren 50 was Harold Sumption (1917 – 1998) de pionier die met spectaculaire responsadvertenties in de kranten en later met direct mail de basis legde voor Oxfams zeer succesvolle fondsenwerving.
Zijn betrokkenheid bij Oxfam Groot-Brittannië, ook als boardmember, duurde wel vijfendertig jaar. Ik ontmoette hem voor het eerst toen ik eind jaren 80 deelnam aan de (mede) door hem opgerichte International Fundraising Workshop (nu het IFC-congres).
Hij was door zijn vakmanschap, zijn eenvoud, zijn warme betrokkenheid en de ethische beginselen waardoor hij zich als quaker liet leiden, een van de mensen die mij inspireerden me in te zetten voor de ontwikkeling van de fondsenwerving als een echt vak.
Ik zie hem nog staan, gewoon op een soort kistje, tijdens de spontane afsluitende sessie, met zo'n 150 deelnemers staande om hem heen in de lobby. We waren tot tranen toe geroerd. Als Harold Sumption sprak, wist je waar het in de goededoelenwereld echt om ging. Aan Harold Sumption moest ik denken bij de recente berichten over het gedrag van hulpverleners van Oxfam in Haïti in 2011.
Neen, volgens de directie van Oxfam UK, was er geen geld van de donateurs gebruikt voor de betaalde seks die hun hulpverleners consumeerden in Haïti. Het lijkt me zelfs voor een Rekenkamer nauwelijks controleerbaar in zo'n rampsituatie. Bovendien is het vanuit een breder perspectief altijd onwaar. Als dit soort vreselijke escapades worden uitgehaald door de mensen die in de noodhulp voor je aan het werk zijn, en het komt uit, dan is de schade niet te overzien. Een deuk in je imago waar je nog lang last van kan hebben. Weglopende donateurs en verdwenen vertrouwen. Allemaal schade op kosten van de trouwe gevers.
Tenminste, als het uitkomt. Want de persmededelingen in 2011 werden door Oxfam UK zorgvuldig geframed en geconcipieerd. Rapporten werden niet vrijgegeven. Tegen de medewerkers werd geen aangifte gedaan, ‘omdat dat gevolgen zou kunnen hebben voor de vrouwen in kwestie.’ Dat 'geen aangifte' ook betekent minder kans op de die vervelende publiciteit, is dan mooi meegenomen. Ik zeg hier bewust niet prostituees, omdat het in de eerste plaats vrouwen zijn. We weten niet welke omstandigheden hen ertoe brachten zich voor betaalde seks aan te bieden. We weten niet of ze gedwongen werden. Oxfam heeft het ons niet verteld. Dat er sprake zou zijn van minderjarigheid laat ik ook buiten beschouwing: dat zal ook wel niet onderzocht zijn 'om de vrouwen te beschermen.'
Maar ook medewerkers die ervan moeten hebben geweten en later diegenen die intern de rapporten lazen, hebben de ergste feiten onder de roos gehouden. Het zwijgen dat Oxfam als formele strategie aanhield, tot alles op straat lag. Hetzelfde luidruchtige zwijgen dat we kennen van al die organisaties die de mond vol hebben van transparantie, tot er weer eens iets misgaat. Het is het gedrag van instituties waarvoor imagoschade belangrijker is geworden dan integriteit, waarvoor het voortbestaan belangrijker is geworden dan de doelstelling.
Maar het kan ook anders. Lees daarvoor het uitstekende artikel 'Geen hulporganisatie is immuun voor misbruik', dat Hans Nauta schreef in Trouw van 15 februari 2018. Hij sprak onder anderen met Tjipke Bergsma, directeur van War Child en oud-plaatsvervangend directeur van Plan International, die laat zien hoe echte transparantie er uitziet.
Jaap Zeekant.
Bron: Fondsenwerving.nl