Afgelopen maandag maakte het Instituut Fondsenwerving – in een e-mail aan zijn leden – bekend dat er onder die leden verontrusting is. Dat is niet zo gek als IF-voorzitter Kees Vendrik, zich laatdunkend over de fondsenwervingssector uitlaat. Dit schrijft directeur Hanneke Lenkens: "Op basis van de reacties die we recentelijk hebben gekregen merken we – nu de contouren van het validatiestelsel zich gaan aftekenen - dat een aantal van onze leden zich zorgen maakt over de ingeslagen koers en nog vragen heeft. Het IF bestuur en de ledenraad zal maandag o.l.v. Kees Vendrik dan ook alle tijd nemen om een toelichting te geven en eventuele vragen te beantwoorden."
Ik ben een van die verontruste leden en ik uit mijn zorgen, op persoonlijke titel, als lid van het IF, in een artikel dat vandaag verschijnt in Vakblad Fondsenwerving. Het stuk staat hier online, met verwijzingen naar veel, maar helaas niet alle achtergronddocumentatie, want een deel wordt door het IF niet vrijgegeven.
IF-bestuur heeft zijn stellingen betrokken
We staan voor een zeer ingrijpende verandering in de fondsenwervingssector, die volgens mij een desastreuze verslechtering gaat worden en waarvoor goede argumenten ontbreken.
Het bestuur heeft zijn standpunten over het validatiestelsel al ingenomen, is evenwel bereid 'het de leden uit te leggen en vragen te beantwoorden'. Maar dat is niet voldoende. De standpunten van het IF in deze kwestie, horen het resultaat te zijn van een uitgebreide achterbanraadpleging. De leden moeten geactiveerd worden om zich in deze belangrijke kwestie te laten horen. Niet een vraag-en-antwoordsessie op het eind van een maandagmiddag, op basis van een uitnodiging die een week van tevoren is verzonden. Deze kwestie vraagt een serieuzere benadering.
Wet moet er gebeuren?
Om te beginnen moeten we van het woord validatiestelsel af. Hoe negatief kun je het particuliere initiatief benaderen? Alsof er überhaupt iets gevalideerd moet worden, als burgers het initiatief nemen om de samenleving te verbeteren. Dat willen we toch juist? Dat gaan we toch niet ontmoedigen?
En Kees Vendrik moet zijn excuus maken voor de kwalijke manier waarop hij de fondsenwerving, de fondsenwervende instellingen en de mensen die dat vak uitoefenen, in een negatief daglicht heeft geplaatst, terwijl juist van iemand in zijn positie, het tegenovergestelde verwacht mag worden.
Maar het meest wezenlijke dat we van het IF moeten vragen is ook het simpelste. Er is in de sector, o.a. bij het CBF, veel ervaring met zelfregulering. Zo ingewikkeld kan het toch niet zijn om tot zelfregulering te komen, die geschikt is voor elke fondsenwervende non-profit, zodat er een gelijk speelveld ontstaat voor elk particulier initiatief?
We moeten van het IF vragen te koersen op eenvoudige zelfregulering en dwingen op zijn heilloze en gevaarlijke pleidooi voor wetgeving terug te komen.
Niet alleen mijn verhaal
Mijn verhaal is het verhaal van iemand die gelooft in het enorme maatschappelijk belang van de fondsenwerving en die diep bedroefd is – en persoonlijk geraakt - als IF-voorzitter Kees Vendrik stelt dat de sector niet deugt. Mijn verhaal is ook het verhaal van iemand die heel zeker weet dat ook binnen de bestuurlijke geledingen van het IF grote zorgen bestaan, maar dat het kennelijk nog onvoldoende gelukt is om daar effectief uiting aan te geven.
Ik ben al geruime tijd in nauw contact met mensen die mij hun zorgen kenbaar hebben gemaakt en die met me meedenken. De zorg bestaat binnen en buiten het IF. Het wordt tijd dat we er samen iets aan doen. Maar de eerste stap zal gezet moeten worden door het bestuur van het IF. Gezond verstand moet het winnen van halsstarrigheid. De democratie moet het winnen van de achterkamertjes. Het is nog niet te laat.
Jaap Zeekant
Jaap Zeekant nam in 1994 het initiatief tot de oprichting van het Nederlands Genootschap van Fondsenwervers, enkele jaren geleden met het IsF gefuseerd tot het Instituut Fondsenwerving. Als directielid van de Nederlandse Brandwonden Stichting was hij ook nauw betrokken bij de oprichting van VFI branchevereniging van goede doelen en de inrichting van het Keurmerkstelsel van het Centraal Bureau Fondsenwerving.
Bron: Column Jaap Zeekant