Op donderdag 30 september werd het nieuwe boek van Theo Schuyt gepresenteerd op het symposium ‘Een verdere tweedeling of meer maatschappelijke betrokkenheid?’. Tijdens het fysiek georganiseerde symposium in het Auditorium van de Vrije Universiteit Amsterdam ging het over het zichtbaar maken wat het particulier initiatief betekent in Nederland en hoe de verhoudingen tussen filantropie en overheid eruit zouden moeten zien.
Filantropie als cement van de maatschappij
Schuyt introduceerde zijn boek ‘Filantropie: hoe maatschappelijke betrokkenheid ons helpt te overleven’ in zijn eigen stijl, met een goede dosis vrolijkheid en humor. Hij vertelde dat hij al jaren aandacht aan het onderwerp besteedt en pleit er zodoende al jaren voor dat de overheid de meerwaarde van filantropie ziet. Filantropie zit volgens Schuyt in alle samenlevingen; alleen is dat niet altijd te zien. Bill Gates haalt de voorpagina’s wanneer hij een stukje van zijn vermogen schenkt, maar als je goed kijkt zie je dat het de Nederlandse huishoudens zijn die miljarden geven, betoogt hij. Om te illustreren wat de meerwaarde is van het particulier initiatief waren er tijdens het symposium inspirerende voorbeelden te zien van onder andere de KNRM en het Texelfonds.
Laetitia Griffith, voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Postcode Loterij, nam daarna het eerste boek in ontvangst. In haar bijdrage sprak zij over de Surinaamse samenleving, waarin kinderen door andere mensen worden opgevoed als hun ouders dat niet kunnen - wat haar betreft een combinatie van zowel de inzet van de enkeling als van het collectief. Nederland kent een levendig filantropieklimaat waarin tachtig procent van de huishoudens minstens één goed doel steunt, en ook de loterijen zijn deel van het particulier initiatief in ons land. ‘Ik hoop dat het boek eraan bijdraagt om trots te zijn op het maatschappelijk middenveld en alle initiatieven,’ besloot Griffith. ‘Waar mensen met idealen gaan samenwerken, ontstaan betekenisvolle initiatieven.’
Politiek en overheid
Vervolgens volgde er een paneldiscussie over het boek, waar onder andere secretaris-generaal van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) Marjan van Hammersma, SBF-directeur Jan van Berkel, Marianne de Visser van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en, vanzelfsprekend, Schuyt zelf aan meededen. Onder leiding van discussieleider Charles Groenhuijsen ging het panel vooral in op de verhouding tussen overheid en filantropie.
Tijdens de discussie liet Schuyt zijn ongenoegen blijken over het feit dat de woorden filantropie en vrijwilligerswerk amper tot niet in verkiezingsprogramma’s terecht kwamen: ‘Ik ben bijna in bed gaan liggen bij Ben Knapen (in die tijd CDA-fractievoorzitter van de Eerste Kamer, red.) om het in het verkiezingsprogramma van het CDA te krijgen.’ Schuyt vindt de enorme kracht in de samenleving belangrijk, en deel van het DNA van Nederlanders. Het zou daarom goed zijn als het particulier initiatief en de overheid elkaar kennen en respecteren in hun eigen onafhankelijkheid, een constructie die hij ‘de ideale latrelatie’ noemde. Ook De Visser (WRR) pleitte ervoor dat filantropie zelfstandig en tegendraads blijft tegen de overheid.
Van Hammersma (OCW) werd gevraagd daarop te reageren vanuit het overheidsperspectief. Zij zag dat, in de culturele sector, partijen met elkaar gingen samenwerken. Zij ziet dat de overheid organisaties die een subsidie krijgen afrekent op prestaties. Daarnaast stroken spontane initiatieven van burgers niet altijd met de jaarplannen die gemeentes soms van organisaties vragen. Daarbij werd Stichting Meevaart uit Amsterdam genoemd – een non-profit die zich richt op de gemeenschap in de Indische Buurt. ‘De overheid zou meer in vertrouwen moeten geven.’
Filantropie: Hoe maatschappelijke betrokkenheid ons helpt te overleven
Het boek ‘Filantropie: hoe maatschappelijke betrokkenheid ons helpt te overleven’ van Theo Schuyt wordt uitgegeven door Boom Uitgevers en is te bestellen via www.theoschuyt.nl. Op die website zijn ook de eerste twintig pagina’s van het boek gratis te lezen.