Uit onderzoek van toezichthouder goede doelen CBF en de Radboud Universiteit blijkt dat binnen de goededoelensector bezorgdheid heerst over de toekomst. Meer dan de helft van de ruim zeshonderd Erkende goede doelen heeft zich activiteiten gedeeltelijk moeten stoppen of uitstellen als gevolg van de beperkende maatregelen. Ook zijn er zorgen over voortzetting van activiteiten voor de komende maanden en de uitputting van reserves. Toch laat de sector ook veerkracht zien door innovatieve activiteiten en alternatieve wervingsmethodes op te zetten.
Zeven procent verlies
CBF sloeg de handen ineen met de Radboud Universiteit om het verlies in inkomsten voor goede doelen in kaart te brengen. Over de periode januari tot mei 2020 is het totaalverlies bepaald op ongeveer zeven procent (32 miljoen euro). De verwachting voor de periode van mei tot september is ook niet rooskleurig met een verwachting van negen procent verlies (38 miljoen euro).
Hoe kwam dit onderzoek tot stand?
Toezichthouder goede doelen CBF en de Radboud Universiteit hebben een enquête gedeeld met de 614 door het CBF Erkende goede doelen. De onderzoekers kregen voor dit onderzoek 401 volledig ingevulde vragenlijsten terug, een representatieve groep. De goede doelen die hebben deelgenomen hebben een gezamenlijk budget van 3,1 miljard euro en in totaal 19 duizend betaalde medewerkers in dienst.
Flexibiliteit vooral bij grote organisaties
Vooral kleine organisaties met een jaarbudget van onder de 100 duizend euro worden hard geraakt. Zij zijn de afgelopen maanden tot wel vijftien procent aan budget verloren, met de verwachting dat een dergelijke daling de komende maanden opnieuw realistisch is. Grote en middelgrote organisaties zijn de afgelopen maanden een kleiner percentage misgelopen door de coronacrisis, maar verwachten grotere verliezen in het restant van het jaar.
Het zijn vaker de grotere organisaties die hun werkzaamheden hebben moeten staken of uitstellen. Tegelijkertijd waren zij beter in staat deze activiteiten te vervangen door online activiteiten (54 procent, tegenover veertien procent van de kleine goede doelen), of wisten ze corona-gerelateerde activiteiten op te zetten (58 procent tegenover 24 procent).
Factoren
Het CBF keek ook naar andere factoren die mogelijk invloed hebben op de kwetsbaarheid van een organisatie voor de pandemie. De werklocatie blijkt dan van belang: goede doelen die in Nederland actief zijn verliezen drie keer zoveel als de goede doelen die hun werk uitvoeren in ontwikkelingslanden (10,5 procent om 3,5 procent). Verder hebben organisaties uit bepaalde sectoren, zoals onderwijs, gezondheid en kunst- en cultuur, het zwaar. Vanzelfsprekend zijn ook de organisaties die fysiek zouden collecteren harder geraakt; zij haalden met digitale alternatieven gemiddeld een kwart van de gebruikelijke opbrengst binnen.
Als een organisatie overheidssubsidies krijgt of aangesloten is bij een loterij, zijn ze juist minder gevoelig voor de gevolgen van CoVid-19.
Vervolgonderzoek
Het CBF en de Radboud Universiteit zijn van plan het onderzoek in september en in februari 2021 te herhalen om de gevolgen in kaart te brengen.
Gerelateerde berichten
-
30 juni 2020
Goede Doelen missen soms miljoenen aan inkomsten door corona
Lees meer over "Goede Doelen missen soms miljoenen aan inkomsten door corona"