Het Kickstart Cultuurfonds heeft het afgelopen jaar ruim 1100 culturele instellingen en makers gesteund met een totaalbedrag van veertig miljoen euro. Dat maakten de partijen verenigd in het Kickstart Cultuurfonds dinsdag bekend. Met het geld konden theaters, muziekpodia, musea en producenten van professionele podiumkunsten zich aanpassen aan de vereisten die de anderhalvemetersamenleving met zich meebracht.
In totaal heeft het Kickstart Cultuurfonds 1707 aanvragen in behandeling genomen, waarvan 65 procent kon worden gehonoreerd. Veel van de aanvragen kwamen van buiten de Randstad: ongeveer 63 procent van het budget werd gespendeerd aan projecten buiten Utrecht, Noord- en Zuid-Holland, of ging naar een project met een landelijke oriëntatie. Alle culturele instellingen die financiële steun ontvingen kregen geen subsidie van de overheid.
Het Kickstart Cultuurfonds
Het Kickstart Cultuurfonds is een initiatief van het Prins Bernhard Cultuurfonds, VSBfonds, de VandenEnde Foundation en de voormalige BankGiro Loterij (nu VriendenLoterij), in samenwerking met een groep private cultuurfondsen en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het fonds werd opgestart in juli 2020, toen na de uitbraak van het coronavirus de culturele sector voorzichtig weer aan opstarten kon denken. In de eerste maanden, tot november 2020, keerde het fonds zestien miljoen uit. Kort daarna werd besloten dat het fonds ook in 2021 beschikbaar bleef.
Snel en doelgericht
Iedereen die een aanvraag indiende bij het tijdelijke noodfonds kreeg binnen vijf weken te horen of hun aanvraag succesvol was. Een week later hadden zij het geld op hun rekening. Volgens onderzoeksbureau R2Research ‘waardeerde de sector die snelheid enorm’, schrijft het Prins Bernhard Cultuurfonds in een persbericht.
Het ministerie van OCW verhoogde de subsidie afgelopen juli nog eens met 3,5 miljoen euro om aanvragen te honereren die om budgettaire redenen afgewezen zouden worden. 'Het is heel bijzonder hoe deze publiek-private samenwerking zo efficiënt zijn doel heeft bereikt, die lessen moeten we meenemen naar de toekomst', aldus demissionair minister Van Engelshoven.