Ongeveer vijf procent van het ontwikkelingsgeld van de Wereldbank belandde tussen 1990 en 2008 bij belastingparadijzen, schreef het NRC vorige maand. Naar aanleiding van dat bericht vroegen Kamerleden Alkaya en Leijten (beiden SP) minister Kaag naar de Nederlandse betrokkenheid bij de geldstromen. Mogelijk is er in die periode ook Nederlands geld naar belastingparadijzen weggesluisd.
Een groot deel van de 22 hulpafhankelijke en onderzochte landen betreft landen uit de Nederlandse focusregio’s. Op basis van het onderzoek is niet voor specifieke landen aan te geven of hoe het geld weggesluisd is.
De Wereldbank heeft uitgebreide middelen om te voorkomen dat haar financiering wordt misbruikt voor corruptie en kan, wanneer er toch machtsverstrengelingen ontstaan, klantlanden weerbaar maken voor internationale belastingontduiking, schrijft fiscalistenplatform Taxlive. Nederland voert net als de Wereldbank stevig beleid op het gebied van fraude- en corruptiebestrijding.
Toch zal het kabinet geen verder onderzoek instellen naar de hulpgeldstromen. Er is vertrouwen in de controlemechanismes en hoe die nu gebruikt worden bij de besteding van het hulpgeld.