Door snelle economische groei staat in Azië een nieuwe generatie vermogende donateurs op, waardoor de filantropische beweging in hoog tempo verandert. Dat schrijft The Economist. De honderden miljardairs op het continent geven op een strategischere manier en zijn steeds jonger.
Toch betekent het niet dat de Aziatische filantropie op de Westerse begint te lijken. Er waren altijd al verschillen tussen de twee filantropieculturen die ook nu in stand blijven. De Aziatische filantropie is informeler en richt zich meer op problemen van gemeenschappen in de eigen regio. De grenzen tussen zakendoen, via een bedrijf geven en doneren op persoonlijke titel zijn vaak vervaagd en in veel gevallen geven Aziatische filantropen zonder tussenkomst van een non-profit organisatie. Ook hun houding ten opzichte van de overheid is anders: terwijl Westerse filantropen vaker hun geld gebruiken om hun regering ter verantwoording te roepen, geven Aziatische donoren juist om in de gunst te komen.
Veel Aziatische rijkdom is zogenaamd ‘nieuw geld’, veelal als gevolg van het succes van de technologiesector. De nieuwe generatie is bereid om meer te geven en professionals in te huren die verstand hebben van filantropie. Sommige Aziatische landen spelen daar goed op in, aldus The Economist. In Singapore heeft de regering bijvoorbeeld belastingvoordelen ingevoerd om de stadstaat te promoten als centrum voor filantropie en in India zijn grote bedrijven bij wet verplicht om twee procent van de winst te besteden aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Lees hier het hele artikel uit The Economist.
--
Dit artikel stond eerder in de rubriek 'Filantropie over de Grens' in Vakblad fondsenwerving, jaargang 26, nummer 1, dat in april 2024 verscheen.