Een steeds grotere groep vindt het moeilijk om rond te komen als gevolg van de toenemende inflatie en zoekt daarom ondersteuning bij lokale hulporganisaties. Dat blijkt uit onderzoek van Stichting Armoedefonds onder ruim duizend lokale armoedebestrijdingsorganisaties dat zij periodiek uitvoeren. De stijging in het aantal hulpvragen wordt ook veroorzaakt door de ondersteuning die wordt gevraagd bij de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.
Armoedegrens
Steeds meer mensen die boven de armoedegrens leven krijgen het moeilijk om financieel rond te komen, ziet het Armoedefonds. Er zijn nog amper lokale hulporganisaties die het aantal aanvragen bij hun initiatief ziet dalen (2 twee procent, ten opzichte van 21 procent in november vorig jaar). ‘Nu steeds meer mensen met een goede baan geldproblemen krijgen, moeten we de standaard armoedegrens zien in een ander licht’, zegt Irene Verspeek van het fonds. ‘Dat vraagt veel van hulporganisaties, maar ook van de overheid.’
Lokale hulporganisaties vrezen dat de piek in het aantal aanvragen nog niet bereikt is. Ook voor het komende half jaar verwacht 86 procent van de hulporganisaties een verdere toename van hulpvragen. Als die trend doorzet, komen ook de organisaties zelf zonder voedsel, kleding en hygiëneproducten te zitten. ‘Als de stijging doorzet, ben ik bang dat ik straks niet meer iedereen kan helpen,’ aldus Evelien van Hattum van Stop Armoede 053. ‘We krijgen een kwart meer aanvragen dan een jaar geleden.’
Menselijke maat
Het Armoedefonds beveelt aan dat landelijke organisaties de lokale organisaties ondersteunen, zodat zij de toestroom van de hulpaanvragen aan kunnen. ‘Er dient meer oog te zijn voor wat iemand netto overhoudt na betaling van de vast lasten, dan naar het bruto-inkomen dat diegene ontvangt. Organisaties en overheden zullen daartoe vaker de standaard armoedegrens moeten loslaten en met de menselijke maat moeten kijken naar hulpvragen en naar de feitelijke toegankelijkheid van de regelingen,’ concluderen de onderzoekers.