Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt voor de komende twee jaar in totaal 5 miljoen euro aan het Jeugdsportfonds beschikbaar om kinderen die opgroeien in armoede een sportkans te bieden.
Dat ging niet vanzelf. Tweede kamerlid Tjeerd van Dekken (PvdA) heeft zich intensief ingezet om deze bijdrage mogelijk te maken. Hij is er trots op dat zijn initiatief uiteindelijk politiek breed gedragen wordt. “De toekomst van kinderen gaat ons allemaal aan. Iedereen weet dat het van enorm belang is dat kinderen in hun jeugd kansen krijgen om zichzelf op een goede en gezonde manier te ontwikkelen. Zowel op sociaal, fysiek als mentaal vlak. Vanuit mijn eigen jeugd weet ik hoe belangrijk het is dat je de mogelijkheid krijgt om mee te doen met activiteiten die voor andere kinderen normaal en zelfs vanzelfsprekend zijn. Een kind dat opgroeit in een gezin dat leeft rondom het bestaansminimum staat vaak buitenspel en voelt zich niet betrokken. Mijn eigen ervaring vormen mijn drijfveer om voor deze kinderen het leven beter en kansrijker te maken”
Armoede
Nederland is een rijk land. Toch groeien er volgens SCP in ons land 423.000 kinderen op in armoede. Een deel van deze groep, rond de 150.000 kinderen, kunnen vanwege de financiële problemen thuis geen lid worden van een sportvereniging. Meedoen is belangrijk voor de ontwikkeling en toekomstkansen van kinderen. Ze komen in contact met andere kinderen, krijgen meer zelfvertrouwen en presteren beter op school. Momenteel kunnen er via het Jeugdsportfonds jaarlijks meer dan 40.000 kinderen lid worden van een sportvereniging. Door deze extra impuls en met toevoeging van bijdragen van gemeenten en private partijen, kunnen er de aankomende jaren 25.000 kinderen extra meedoen via het Jeugdsportfonds .
Jansma
Kees Jansma voorzitter van Jeugdsportfonds Nederland is heel blij met deze bijdrage. “Het is heel goed dat het kabinet zich het lot van kinderen die opgroeien in armoede aantrekt en het Jeugdsportfonds er uitvoering aan mag geven. Steeds meer gezinnen komen aantoonbaar in de financiële problemen en kunnen hun kinderen niet meer in clubverband laten sporten. Terwijl dat voor deze groep juist zo belangrijk is.”